Project Description

Het begin van Schiedam werd in de 13e eeuw gestuurd vanuit het kasteel Huis te Riviere. Het kasteel werd geplunderd en brandde af. Al vanaf 1574 staat het aan de Broersvest als ruïne als stille getuige van dat begin. Het bestuur van de stad verplaatste zich naar de Grote Markt en kwam in 1973 weer terug op het Stadserf in de stadskantoortoren. Rondom leegte. Het huidige Schiedam, na een veelbewogen geschiedenis uitgegroeid tot een stad van 75.000 inwoners, dreigde door een gapende kaalgeslagen ruimte in het hart uiteen te vallen in een westelijk en een oostelijk deel. De gedempte Broersvest als belangrijke verkeersader, versterkte dat splijtende effect. De stadskantoortoren en de oude ruïne stonden hulpeloos in dat lege hart. De belangrijkste opgave bij het stedebouwkundig plan voor dit gebied was een nieuw stadshart te maken voor héél Schiedam en daarmee ook letterlijk een brug te slaan tussen de oude kern en het steeds belangrijker wordende stationsgebied aan de oostzijde. De verbinding over de Broersvest heen, van land van Belofte naar het nieuwe Stadserf was daartoe een belangrijke voorwaarde.

De Liduina-basiliek en de Grote Kerk spannen samen om die sprong te maken. De Lange Kerkstraat krijgt een natuurlijk verlengde in het Stadserf. De beide kerktorens vormen een nieuwe richting en verbinden ruimtelijk oost en west. Het Stadserf wordt de nieuwe centrale ruimte van Schiedam, de nieuwe stadskamer, het nieuwe hart. De wanden van die kamer worden in nauwe harmonie gevormd door een woon-winkel-en kantoorcomplex aan de zuidzijde, en een nieuw bestuurs- en cultuurcentrum aan de noordzijde. De gevels zijn eerst de wand van die stadskamer en pas in tweede instantie de huid van de er achter gelegen bebouwing. Aan weerszijden geeft de bebouwing middels arcades een deel van haar volume prijs als overgang naar het plein de stadskamer. In het noordelijk deel vormt die arcade de centrale toegang tot een veelheid aan functies: de bibliotheek, het stadsarchief, het theater en de stadswinkel, de centrale publieksafdeling van de geconcentreerde stedelijke diensten.

Publieksintensieve functies als restaurant, café en tentoonstellingsruimte nestelen zich op de piano nobile in directe verbinding met de stadskamer. De bibliotheek draagt vanaf de daarboven gelegen lagen bij aan de levendigheid van het plein. Vanuit de centrale entree vindt een verdere route plaats naar bibliotheek, archief, theater en stadswinkel. Alleen de nieuwe multifunctionele Raadszaal annex nieuwe huisvesting voor het college van Burgemeester en Wethouders ligt wat verder van de centrale ingang af en is direct gekoppeld aan de diverse stadshuisafdelingen in het bestaande stadskantoor. Voor het avondgebruik ten behoeve van Raads- en commissievergaderingen is een separate ingang voorzien in de Singelstraat. Onder het gehele complex bevindt zich een parkeergarage voor 92 autos en een fietsenstalling voor 450 fietsen. Beide voorzieningen hebben een directe toegang tot de centrale entree-hal. De verschillende bouwdelen zijn enigszins los van elkaar gesitueerd en hebben door hun eigen specifieke functie ook een eigen karakter en sfeer gekregen. De openbare bibliotheek is een met daglicht doorspoelde ruimte geworden waar de wil om te leren vorm kan krijgen, ongestoord maar altijd in contact met de wereld om je heen. In het stadsarchief vormt de leeszaal als brandpunt tussen de goed geoutilleerde archiefruimten de toegang tot het verleden.

Het Theater kent met zijn doos-in-doos-constructie niet alleen een prachtig decor voor het gevraagde lijsttoneel, maar biedt in zijn restruimte, de foyer, tevens een extra theatrale voorziening voor het onverwachte. Zelfs het Stadserf, de stadskamer, kan als decor dienen voor het toneel van alledag of als plek voor een plotselinge gebeurtenis. De stadswinkel met zijn voorlichtings- en tentoonstellingsruimte is een prachtige ruimte om zomaar even binnen te lopen. Samen proberen de onderdelen vorm te geven aan de stedelijke ruimte, het plein en de omliggende straten. De historie blijft in de ruïne en in het plaveisel van het plein prominent aanwezig. Ook vanaf het Stadserf is de ruïne goed zichtbaar dwars door de arcade heen. Kruisbestuiving tussen cultuur, bestuur, historie kan bruisende gevolgen hebben, en daarmee kan dit tot voor kort desolate gebied hopelijk uitgroeien tot een nieuw kloppend hart voor héél Schiedam.

Architect: prof. ir. Hans Ruijssenaars

Opdrachtgever: Gemeente Schiedam

Constructeur: Adviesbureau voor Bouwtechniek, Velp

Hoofdaannemer: Albouw BBM & Van Oorschot-Versloot Bouw, Breda

Opdracht: 1991

Bouwjaar: 1995-1997

Bruto oppervlak: 22.500 m2

Bouwsom:€ 18.604.989,00 / f 41.000.000,00 (excl. btw en honorarium)

Fotografie: Jan Derwig †, Sybolt Voeten, Marcel van Kerckhoven

Werknummer: 9124

Projectmedewerkers: Jos de Kler, Michael Durgaram, Ton Gilissen, John Laffeber, Jacco van der Linden, Mark Lodder, Eric Meisner, Corry Schrader, Silvester Vermast, Danielle Vermond, Gerrit de Vries, René de Vries †, Rob de Vries, Simon van Zadelhoff.