Project Description
Vanuit het besef dat een centrale ligging van het Stadhuis in het centrum van de stad wezenlijk is voor het ongedwongen laagdrempelig gebruik van hét huis van de stad, is in dit ontwerp geprobeerd het Stadhuis de meest vanzelfsprekende plaats te laten innemen in het centrum, aan de noordzijde van de Markt, op de lege plek langs de Deventerstraat. Niet alleen gaat het Stadhuis daardoor een dialoog aan met het bestaande Raadhuis, maar bovenal geef je daarmee vorm aan het vormeloze en onherbergzame Marktplein. De keuze van deze stadhuislocatie moet bezien worden op lange termijn, als een sturend mechanisme voor de verdere toekomst. Het besef van de betekenis die het Stadhuis kan hebben als hét huis van de stad, waar je als gemeenschap je gasten ontvangt, waar je samenkomt voor belangrijke gebeurtenissen, is onontbeerlijk voor de verdere ontwikkeling van Apeldoorn. De stad is een levend organisme. Door dagelijkse gewenning zien we vaak de ontwikkeling op langere termijn niet meer, toch is het historisch besef en de betekenis van een ingreep voor de verdere toekomst van wezenlijk belang voor de gezondheid van dat organisme. Het onderkennen van de natuurlijkheid en vanzelfsprekendheid van de ontwikkeling van de stad is hiertoe een voorwaarde. Apeldoorn is de laatste decennia geweldig gegroeid. Grote nieuwe stadsdelen zijn gebouwd, het aantal inwoners is gestegen tot bijna 150.000. Zoals vaak gebeurt, blijft ook in Apeldoorn de ontwikkeling van het centrum enigszins achter. De druk op het centrum neemt toe. De Hoofdstraat is een van de drukste winkelstraten van Nederland. Goede infrastructurele voorzieningen zoals de binnenstadspoorten, met parkeervoorzieningen, zijn al aangelegd of zijn onderweg. Verdichting van het centrum is onvermijdelijk. De kern die 150 jaar geleden het centrum was, is dat nog steeds. Het is verbazingwekkend te zien hoe diezelfde kern ook een stad kan bedienen die ruim tien keer zo groot is. Dat is de kracht en tevens de charme van Apeldoorn. Het centrum bruist van nieuwe initiatieven. Dichter, intenser en met behoud van het begin, met behoud van de stedebouwkundige structuur, die het karakter van Apeldoorn in zo belangrijke mate bepaalt. Het Stadhuis aan de Markt probeert op een natuurlijke en vanzelfsprekende manier dit proces te versterken en te sturen.
Zoals het Stadhuis zich naar buiten voegt naar de omliggende bebouwing in rooilijnen en hoogtes, zo organiseert het zich naar binnen rondom de Burgerzaal. Zoals de Markt het centrale plein in de stad is, zo is de Burgerzaal het centrale plein binnen het gebouw. Vanaf de Markt kom je via een brede hellingbaan of via trappen binnen in de Burgerzaal op de piano nobile. Een prachtige ruimte van ongeveer 15 meter breed, 30 meter lang en 20 meter hoog! Aan weerskanten luie trappen die op een ontspannen manier de verschillende verdiepingen verbinden. Helder daglicht komt aan beide zijden, gefilterd door trappen en kolommen, in deze grote hal. Alle verdiepingen zijn georganiseerd rondom deze centrale ruimte. Deze Burgerzaal kan een belangrijke toegevoegde waarde hebben voor de stad; tentoonstellingen, muziekuitvoeringen, belangrijke bijeenkomsten, ontvangstruimten, manifestaties en dergelijke kunnen juist hier plaatsvinden. Door deze activiteiten zal het Stadhuis bijdragen aan de drempelverlaging voor de burgers. Het toevallige impulsbezoek kan toenemen en bijdragen aan een identificatie met je eigen Stadhuis. Deze ruimte en niet de Raadszaal of de Stadswinkel is de belangrijkste ruimte van het Stadhuis; niet in de eerste plaats voor t bestuur, de raad of voor de gemeentemedewerkers, maar bovenal voor de burgers. Aan de westzijde van de Burgerzaal bevinden zich de Raadszaal en de commissiekamers. Aan de oostzijde is de Stadswinkel. Beide ruimten zijn circa 7 meter hoog en met een diffuse lichtkap overdekt. Samen met de Burgerzaal vormen deze ruimten een door wisselend daglicht bespeelde ruggengraat van het publieke deel. Zowel één laag naar beneden naar het souterrain als één laag omhoog naar de spreekkamers van de sector Samenleving is hiermee ruimtelijk verbonden en vormt als geheel het publieke domein. Op de 4 bouwlagen daarboven bevinden zich de diverse ruimten voor de gemeentemedewerkers. De bovenste van deze 4 lagen is iets teruggelegd van de gevels en vormt samen met de omloop op circa 15 meter hoogte het onder circa 53° terugtredende denkbeeldige dakprofiel. Op het dak van de Burgerzaal, nog verder teruggetrokken van de gevels, bevindt zich tenslotte de centrale technische ruimte.
De structuur van het gebouw is zo ontworpen, dat grote vrij indeelbare ruimten ontstaan, waarbij het merendeel van de gevraagde werkvertrekken aan de buitengevels is gesitueerd. Vanaf de eerste verdieping wijken de werkvloeren iets naar buiten en formeren zo aan weerskanten van de Burgerzaal op de tweede verdieping een tweetal patios. De begroeiing van deze patios vormt s zomers tevens een zonnefilter voor de eronder gelegen Raadszaal en Stadswinkel. De werkvertrekken zelf zijn zo gesitueerd en ontworpen dat de medewerkers zoveel mogelijk zelf hun klimaat kunnen regelen. Gewone radiatoren, te openen ramen, ventilatievoorzieningen via speciale ventilatieraampjes of, waar nodig in verband met geluidshinder, door middel van suskasten of dauerlüftung (zoals in de woningbouw gebruikelijk is), zelf bedienbare buitenzonwering, etcetera. Middels nachtventilatie wordt de overdag in de constructie opgeslagen warmte weer op natuurlijke wijze weggeventileerd. De centrale Burgerzaal functioneert daarbij als centraal afzuigkanaal. Koelere buitenlucht wordt s nachts via de kleine raampjes in de gevel, de poriën in de huid, door de kantoorvertrekken heen, en middels de gangen afgezogen door natuurlijke trek in de centrale hal. Het gebouw als afvoerkanaal. Het stadhuis Apeldoorn is sinds lange tijd in Nederland weer het eerste grote kantoorgebouw waar natuurlijke ventilatie een hoofdrol speelt: na enkele jaren in gebruik te zijn geweest, bleek de uiteindelijke besparing aanzienlijk hoger dan oorspronkelijk berekend.
Je zou kunnen zeggen, dat de werkkamers zo zijn gemaakt, als je ze ook thuis zou willen hebben. Waar noodzakelijk (zoals in keuken/restaurant, automatiseringsruimten en dergelijke) is een eenvoudige mechanische ventilatievoorziening aangelegd. Daglicht en transparantie spelen een belangrijke rol in het ontwerp. In de colonnade kan een verwijzing worden afgelezen naar de architektuur, die zo karakteristiek in Apeldoorn aanwezig is in de rond de eeuwwisseling gebouwde villas. De serres, verandas en elegante houtconstructies als toevoeging aan een eenvoudige hoofdmassa vervulden indertijd een soortgelijke functie als deze colonnade nu vervult.
Resumerend zou je kunnen zeggen dat het nieuwe Stadhuis voor lange tijd een beeldbepalende verrijking voor het hart van Apeldoorn wil zijn, met een meerwaarde die uitstijgt boven die van een administratie-stadskantoor en die, niet in het minst door zijn lage drempelwaarde, de inwoners van Apeldoorn de kans geeft zich met hún huis, hún stad te identificeren.■
Architect: prof. ir. Hans Ruijssenaars
Opdrachtgever: Gemeente Apeldoorn
Constructeur: Adviesbureau voor Bouwtechniek, Velp
Hoofdaannemer: Bouwcombinatie van den Belt IGB, Twello
Opdracht: 1988
Bouwjaar: 1990-1992
Bruto oppervlak: 32.600 m2
Bouwsom:€ 23.100.000,00 / f 50.800.000,00 (excl. btw en honorarium)
Fotografie: Jan Derwig †, Harry Noback
Werknummer: 8860
Projectmedewerkers: Dick Geuzenbroek, Ruud van der Kroft, John Lafféber, Frans Sallé †, Annemarie Schuitema, Bertus van Vliet †.