Project Description
Steden veranderen voortdurend. Niet alleen in onze tijd, maar ook vroeger, al ging het toen veel geleidelijker. Veranderingen zijn onvermijdelijk, vooral in een levende stad. Zij komen tot stand door noodzaak en behoefte en worden vrijwel altijd met argumenten onderbouwd. Vaak zijn er meer mogelijkheden, maar uiteindelijk wordt maar één van de mogelijkheden uitgevoerd. De kunst van stedebouw is bij elke ingreep de totale kwaliteit van de stad te vergroten. Kennis van wat er is, de ontstaansgeschiedenis en de gevolgen daarvan, is onontbeerlijk om een bijdrage te kunnen leveren. Je moet minstens weten wàt er verandert, en als iets verdwijnt is historisch besef daarvan noodzakelijk. In het voortdurende veranderingsproces van Emmen zijn de observaties over het rooi-gebied en over de invloed van de Hondsrugweg twee essentiële bewustwordingen. Welke positie neem je in als architect-stedebouwkundige in die geobserveerde ontwikkelingen? Welke sturing geef je aan die voortschrijdende ontwikkeling.
Bij het ontwerp voor de Grimme-locatie is vooreerst de bijzondere locatie aan de Markt in Emmen in een groter verband beschouwd. In een separate opdracht van de gemeente Emmen is een stedebouwkundige visie ontwikkeld voor het hele centrumgebied ten noorden van de Markt. In de historie van Emmen vanaf de Karolingische tijd tot nu toe, zijn een tweetal bijzondere observaties te maken van processen die van grote invloed zijn geweest op de ontwikkeling tot het huidige centrum. De eerste observatie betreft de bijna-afwezigheid van de over de hele wereld geldende rooilijn-beginselen. De tweede observatie betreft de snijdende invloed die de aanleg van de Hondsrugweg in 1967 op het centrum heeft gehad. Waar de invloed van de Hondsrugweg maar ten dele doorwerkt op de Grimme-locatie [stadsblok-deformatie en geluid] is de eerste observatie van het vrijwel ontbreken van duidelijke rooilijnen daarentegen bepalend geweest voor het ontwerp. Anders dan in andere Nederlandse steden en dorpen heeft de verstedelijking in het centrum van Emmen niet de grootst mogelijke annexatie van grond ten koste van het openbaar gebied bewerkstelligd. Nog steeds is op opvallende wijze waar te nemen hoe de ontwikkeling van een oud-drents zanddorp met naar binnen gekeerde hoven, tot moderne stad met op de straten georiënteerde percelen langs rooilijnen, zijn sporen nalaat. Het binnenste-buitenkeringsproces door herverkaveling en verdichting lijkt nog niet voltooid. Er is eerder sprake van een rooigebied dan van een rooi-lijn. Ook in verticale zin staat hoogbouw pal naast laagbouw en lijkt het centrum nog volop bezig aan de groei-inhaalmanoeuvre ten opzichte van de bekende nieuwe buitenwijken. Steden veranderen voortdurend. Niet alleen in onze tijd, maar ook vroeger, al ging het toen veel geleidelijker. Veranderingen zijn onvermijdelijk, vooral in een levende stad. Zij komen tot stand door noodzaak en behoefte en worden vrijwel altijd met argumenten onderbouwd. Vaak zijn er meer mogelijkheden, maar uiteindelijk wordt maar één van de mogelijkheden uitgevoerd. De kunst van stedebouw is bij elke ingreep de totale kwaliteit van de stad te vergroten. Kennis van wat er is, de ontstaansgeschiedenis en de gevolgen daarvan, is onontbeerlijk om een bijdrage te kunnen leveren. Je moet minstens weten wàt er verandert, en als iets verdwijnt is historisch besef daarvan noodzakelijk. In het voortdurende veranderingsproces van Emmen zijn de observaties over het rooi-gebied en over de invloed van de Hondsrugweg twee essentiële bewustwordingen. Welke positie neem je in als architect-stedebouwkundige in die geobserveerde ontwikkelingen? Welke sturing geef je aan die voortschrijdende ontwikkeling.
Door het zorgvuldig laten oprukken van de bebouwing naar de nieuwe rooilijn van het bouwblok wordt een bijdrage geleverd aan de nieuwe helderheid van het voormalige Hof en de aanzet geleverd op termijn ook langs de Hondsrugweg een voorkantsituatie te krijgen. De stedelijke ruimte van de Markt en [in de toekomst] van de Hondsrugweg wordt hiermee bevorderd. Het eerder omschreven verschijnsel van rooi-gebied is gehanteerd om op de Grimme-locatie, in het verlengde van de bebouwing aan de Hoofdstraat, een zone te maken waarin de overgang van publiek naar privé zowel in horizontale als in verticale zin geholpen wordt. Als een transparant masker is een ruimtelijke overgang gemaakt van het publieke marktplein tot de privé-woongebieden [balkons en terrassen van de woningen aan de zonnige zuidzijde]. Door de gevels van de woningen enigszins getrapt terug te leggen van de rooilijn ontstaat ook in verticale zin een geleidelijke overgang. Bovendien wordt de aansluiting van de -bij verdichting behorende- wat hogere nieuwbouw aan de aansluitende korrelige bestaande bebouwing hiermee vergemakkelijkt. Bij nieuwbouw op de belendende Kroeze-locatie zal een soortgelijke aanpak de harmonie van het bouwblok kunnen versterken. Aan de westkant van het bouwblok, direct gelegen aan de Hondsrugweg lijkt een wat steviger bebouwing mogelijk. Het plan voor de Grimme-locatie bevat op de begane grond, iets verhoogd boven maaiveld, horeca en winkelvoorzieningen, alsook de toegangen tot de hoger gelegen woningen. Het complex wordt afgesloten door een aantal penthouses met een eveneens opengewerkte zuidgevel.
In architectuuropvatting borduurt de gevel voort op de veranda- en serre-architectuur rond de laatste eeuwwisseling, waarbij relatief eenvoudige en gemetselde massa’s verrijkt worden door een filigrain-achtige voorbouw. Door de gevel nauwkeurig de gebogen rooi-zone van het bouwblok te laten volgen ontstaat een boeiende interferentie tussen voorbouw en hoofdvolume. De hoofdmassa van het plan is uitgevoerd in oranjekleurig metselwerk. De veranda-achtige voorbouw bestaat uit een basement van betonelementen waarop een transparante en lichtkleurige staalen houtconstructie is gemonteerd. De balkons, loggia’s en terrassen zijn zodanig ontworpen dat het neerkijken op de lager gelegen terrassen [privacy] bemoeilijkt wordt. De nieuwe bebouwing op de voormalige Grimmelocatie, generaties lang een plaatselijk bekende familie-horeca-instelling-met-concertzaal, is niet alleen bedoeld als een op het verleden aansluitende ontwikkeling, maar probeert ook samen met de andere nieuwe ontwikkelingen rond de markt een bijdrage te leveren aan de verdere toekomstige vormgeving van het centrum van Emmen. ■
Architect: prof. ir. Hans Ruijssenaars
Opdrachtgever: Noodermarke Beleggingen bv, Emmen
Constructeur: JK Engeneering, Emmen
Hoofdaannemer: Bouwberijf Van Os bv, Emmen
Opdracht: 1993
Bouwjaar: 1995-1997
Bruto oppervlak: 7.885 m2 (excl. terassen)
Bouwsom:€35.910.000,00 / f 79.135.266,00 (excl. btw en honorarium)
Fotografie: Randal Scobie
Werknummer: 9301
Projectmedewerkers: Joep Damstra, Bertus van Vliet †, Paul van den Broek, Otto Driessen.