Project Description
Zwolle is een prachtige levende stad. Omringd door een imposante gordel van bolwerken ligt de binnenstad duidelijk afgetekend te midden van haar uitbreidingen. Als een door water omgeven juweel geregen aan het Zwarte Water. Er zijn weinig grotere steden in Nederland waar je in de binnenstad zo duidelijk binnen bent en waar zo’n rijke gelaagde samenhang is. Kompakt en komplex maar ook overzichtelijk en beloopbaar. Met een rijke historie waar je niet omheen kunt.
Het bloeiende Zwolle uit de middeleeuwen maakt rond 1600 een enorme transformatie door. Een nieuwe verdedigingslinie die in oppervlakte vergelijkbaar is met het te verdedigen gebied wordt in de tachtigjarige oorlog rond de stad getrokken. De vestingwerken vergroten de afstand tussen binnenstad en ommeland en zorgen tot vandaag voor dat gevoel van binnen. Het Rodetorenplein als belangrijke overslagplaats tijdens de middeleeuwen behoudt nog lange tijd zn poortfunktie. Via het Zwarte Water en de Vecht bleef Zwolle hierdoor een belangrijke schakel tussen Duitsland en West-Nederland. De scheepvaart zorgde door het Hanzeverbond voor grote welvaart. Gaandeweg echter maakte het vervoer over water plaats voor het vervoer over de wegen. De Kamperpoortbrug wordt belangrijker dan het Zwarte Water. De bolwerken verliezen hun betekenis als verdedigingslinie en het wegverkeer dringt langzaam de binnenstad in. Grote en Kleine Aa worden gedempt. In de kern blijft het middeleeuwse stratenpatroon nog overeind maar aan de rand erodeert de verdedigingslinie onder de toenemende verkeersdruk. De bolwerken bieden nog steeds weerstand maar sluipenderwijs worden ze stapje voor stapje aangetast. De scherpe waterlijn verwatert, het Rodetorenplein als navelstreng van Zwolle wordt parkeerterrein. Vele ad hoc beslissingen bedreigen de binnenstad. Zou het mogelijk zijn de latente waardering voor de historie in balans te brengen met de noodzaak tot vernieuwing ?
De kern van de ontwerpinspanning op het Maagjesbolwerk wordt ingegeven door de wens een nieuw evenwicht tot stand te brengen tussen de oost- en westzijde van het centrum. Door het achtergebleven gebied aan het eind van de Melkmarkt een nieuwe impuls te geven, wordt getracht een gezonde aansluiting bij het centrum te krijgen; nieuwe betekenis voor de voormalige handelsentree van de stad. Aansluiting aan de stad is cruciaal in de planvorming. De Jufferenwal die het bolwerk tot voor kort scheidde van de kern, brengt de verbinding tot stand. Het bolwerk verdicht zich en wordt deel van de stad. De erosie van de waterlijn wordt tot staan gebracht en zelfs hersteld tot de situatie vóór de erosie toesloeg. Het Rodetorenplein komt terug naar zn oorspronkelijke vorm en kan als evenementenplein iets van zn oude betekenis terugkrijgen. Mogelijk is ook hier de herbouw van een stadsmolen mogelijk op de plek waar de eerste molen van Zwolle heeft gestaan. Het Hopmanshuis neemt weer zn oude positie in, half in het water, vanouds hét handelshuis.
Een nieuwe ondergrondse parkeergarage met daglicht en in twee lagen, spant tussen Kamperpoortbrug en Melkmarkt en vormt een transferium tussen het autoverkeer bij de Kamperpoortbrug en het voetgangersgebied rond de Melkmarkt. Bedieningsverkeer en openbaar vervoer blijven mogelijk. Het nieuwe Bolwerk keert terug op zijn oorspronkelijke plek. Vanuit het ruige escarp groeit het tot zon tien meter hoogte. Bovenop is er plaats voor een rij lichte eengezinswoningen. Glas, staal, aluminium en hout bovenop het aardse basement, gemetseld van gesinterde stenen uit de laatste Nederlandse ringoven. In de kazematten van het bolwerk nestelt zich een winkelcentrum als nieuw attractiepunt. Een coupure in het Bolwerk vormt de hoofdentree en zoekt een soepele aansluiting op de Melkmarkt. Rondom het Bolwerk is een plantsoenachtige promenade aangelegd als inleiding tot de passantenen buurtvaarthaven aan de voet. Het bouwdeel tussen het Bolwerk en de Kamperpoortbrug, de in verdedigingstermen meer kwetsbare courtine, het gordijn, krijgt een transparante horecafunctie die de reeds aanwezige horecaconcentratie aan de Jufferenwal verbindt met het nieuwe horecaplein naast de jachthaven. Op de hogere lagen van de courtine zijn kantoorfuncties ontworpen. De bebouwing aan de Jufferenwal zoekt in profiel en hoogte aansluiting met de korrelige voormalige achterkantenbebouwing aan de overkant. Gaandeweg zal ook deze straat een stadsstraat worden waardoor het Maagjesbolwerk het eerste bolwerk van Zwolle wordt dat zich op natuurlijke wijze hecht aan de kern. Een mogelijk toekomstige doorbraak naar de Ossenmarkt via de Muntssteeg kan ook het gebied rond de Peperbus op die manier mee laten profiteren van deze nieuwe impuls.
Centraal bij de ontwikkeling van het Maagjesbolwerk staat het besef dat de historie van de stad, haar rijke gelaagde ontwikkeling, een nieuwe balans zoekt met de omstandigheden van nu, dat de waardering voor het verleden de toekomst niet in de weg staat, maar daar juist een nieuw verbond mee sluit. Vooral de autonome ontwikkeling van het autoverkeer en de daarbij behorende schaal maakte het noodzakelijk je opnieuw af te vragen hoe die schaal zich verhoudt tot de schaal van het verleden. Vanuit de overtuiging dat de wetmatigheden die de stad vanaf haar begin hebben gestuurd, dat ook in de toekomst zullen doen, ben ik van mening dat het mogelijk is dat nieuwe verbond te vinden; een prachtig levend Zwolle. ■
Architect: prof. ir. Hans Ruijssenaars
Opdrachtgever: Amstelland Ontwikkeling Vastgoed (nu AM Wonen)
Constructeur: Adviesbureau voor Bouwtechniek, Velp
Hoofdaannemer: Wilma Bouw
Opdracht: 1994
Bouwjaar: 1997-2003
Bruto oppervlak: 38.000 m2
Bouwsom:€ 24.504.132,00 / f 54.000.000,00 (excl. btw en honorarium)
Fotografie: Hans Ruijssenaars, Simon van Zadelhoff, Bart van der Vossen
Werknummer: 9417
Projectmedewerkers: Roel Buiter, Roosmarie Carree, Martijn dHeripon, Michael Durgaram, Gert-Jan van Ginneke, Lyongo Juliana, John Lafféber, Mark Lodder, Eric Meisner, Jan Oudeman, Corry Schrader, Annemarie Schuitema, Bertus van Vliet †, Simon van Zadelhoff.