Project Description

Het Rijksmuseum is een belangwekkend instituut.
Aan de rand van de oude binnenstad
en aan het hoofd van het nieuwe museumplein
bevindt het gebouw zich op een prominente plek.
Sinds de opening in 1885
is het uiterlijk gelukkig vrijwel ongewijzigd gebleven.
Het interieur echter is gaandeweg verstikt geraakt.
Vooral door het dicht bouwen van de beide binnenhoven
is de lucht en het licht uit het museum geperst.
Het prachtige concept van P.J.H. Cuypers met als motto
‘Toute forme qui n’est pas indiquée par la structure
doit etre repoussée (Viollet le Duc)
is in zijn essentie aangetast: de structuur
De onderdoorrit met voorheen zicht op het inwendige
is een donkere tunnel geworden.
Als een mes snijdt de tunnel door het museum
en splijt de begane grond in twee afzonderlijke delen.
Het raakvlak tussen museum en het publieke domein.
is teruggedrongen en naar weerskanten weggedrukt.
Het ticketoffice werd zelfs naar buiten geperst.
De inmiddels ruim 1 miljoen bezoekers per jaar
moeten ontoelaatbare drempels overwinnen om binnen te komen
Eenmaal binnen volgt een vrijwel oriëntatieloze rondgang
zonder de voor een museum zo noodzakelijke ontspanning.
Het niet-kijken, de ontspanning,
de stilte in de muziek,
krijgt nauwelijks een kans.
De structuur van het gebouw draagt niet meer bij
aan plaatsbepaling en rust.
Het kijken is verplichte consumptie geworden.
Opvallend is dat in het werk van Cuypers, Peters en Berlage
vooral het ambachtelijke en decoratieve karakter beklijft.
De heldere organisatie, de ruimtelijke ontwikkeling, de structuur
krijgt vaak niet de aandacht die ze verdient.
Het Rijksmuseum heeft daar in de loop der tijd ernstig onder geleden.
Een helder concept, een heldere plattegrond is onder de
toenemende interne druk en vele ad-hoc beslissingen verdwenen.
Zou het mogelijk zijn deze ontwikkeling te stoppen
en mogelijk zelfs terug te buigen in de richting van de oorspronkelijke helderheid?
De recente planvorming voor het museumplein
kan een keerpunt betekenen voor het Rijksmuseum.
In deze plannen wordt het plein van niet-ruimte tot ruimte.
Van achterkant van diverse gebouwen tot verbinding,
van restruimte, van leegte, tot ruimte waaraan.
Het doorgaande verkeer snijdt er niet meer dwars doorheen
maar vindt z’n weg aan de randen, er omheen.
Het Rijksmuseum krijgt twee gezichten
naar de oude binnenstad en naar het museumplein.
Aan het hoofdeind van het plein
krijgt de onderdoorgang de functie van ‘Foyer’ toebedeeld.
Een publieke ruimte van waaruit het plein betreden wordt.
Dit is de kans om ook vanuit deze ruimte
het museum te ontsluiten,
een groter raakvlak te krijgen met de bezoekers
Ruimte voor kaartverkoop, entree, garderobe en foyer.
Toegang van daaruit naar restaurant, boekwinkel en gehoorzaal.
In het hart van het museum, verbindingsruimte, trefpunt,
geen donkere doorgaande tunnel met fietsen en bromfietsen
maar een verblijfsruimte met lucht en licht aan weerskanten.
De eerste uitnodiging tot verdere verkenning.
Een eerste stap terug naar de oorspronkelijke helderheid
bij de gratie van daglicht.

entree niveau

De centrale onderdoorgang wordt de nieuwe entree van het Rijksmuseum. Als Foyer van het Museum én het Museumplein geeft het rechtstreeks toegang tot auditorium, restaurant en winkel. Kassa’s, garderobes en publieke toiletvoorzieningen bevinden zich uiteraard ook in dit gebied. Daglicht kan weer net als voorheen via de binnenhoven doordringen tot in de voormalige onderdoorgang.

bel-etage

Herbestemming van de gehele bel-etage tot expositieruimte zoals in het oorspronkelijke plan van Cuypers is de belangrijkste ingreep op dit niveau. Restaurant, kantoren, en werkruimten verdwijnen van deze laag. Door het nieuwe installatie-Masterplan kunnen de verlaagde plafonds weer worden verwijderd en wordt de gewelfstructuur weer zichtbaar. In de binnenhoven zijn nog delen van de later ingebouwde vloeren gehandhaafd ten behoeve van de studiecollectie en bijzondere tentoonstellingen. De oorspronkelijke toegangen vanuit de binnenhoven worden weer hersteld en daarmee onderdeel van de hoofd-publieksontsluiting. Nabij de Foyer kan weer daglicht binnentreden in de trappenhuizen en de expositieruimten. Langs de bibliotheek wordt de bestaande verbinding naar de zuidvleugel weer geactiveerd.

eerste verdieping

Ook de eerste verdieping wordt geheel bestemd voor expositie. Het auditorium verdwijnt naar het souterrain. De bebouwing van de binnenhoven wordt maar zeer gedeeltelijk gehandhaafd ten behoeve van de studiecollectie en bijzondere tentoonstellingen. Verlaagde plafonds worden ook hier verwijderd en de oorspronkelijke ruimtevorm van de zalen met bovenlicht en de gewelfstructuur in de hoekruimte wordt weer zichtbaar. De indrukwekkende bibliotheek wordt weer waarneembaar vanuit de tentoonstellingsruimten. Op dit hoofd-expositieniveau is het prachtige ruimteconcept van Cuypers het best waarneembaar. Zalen met bovenlicht voor geconcentreerd kijken worden afgewisseld met hoek- en overgangsruimten met uitzicht op de buitenwereld en de binnenhoven. De ontspanning, de oriëntatie, de stilte in de muziek, is weer onderdeel van de totale compositie. Een belangrijk uitgangspunt van dit Masterplan is de gedachte dat de historisch gegroeide afzonderlijke collectiegroepen mogelijk tot een nieuwe synergie zouden kunnen komen in een meer gemengde opstelling. Abrupte en desoriënterende overgangen zoals thans in het museum aanwezig, kunnen daarmee voorkomen worden en een grotere natuurlijke samenhang tussen de verschillende collectiedelen kan een interessante verrijking betekenen. Een tweede belangrijke suggestie bij het Masterplan was de mogelijkheid te onderzoeken de voor het museum belangrijke grote tijdelijk tentoonstelling niet meer in het hoofdgebouw te houden, maar bijvoorbeeld in de zuidvleugel of elders. Hiermee kan voorkomen worden dat voortdurend aanzienlijke en onrustgevende verbouwingen moeten plaatsvinden in het hoofdgebouw.

Architect: prof. ir. Hans Ruijssenaars

Opdrachtgever: Rijksgebouwendienst

Opdracht: 1995

Werknummer: 9500

Projectmedewerkers: Piet Besteman, Ron Mayer, Eric Meisner, Jan Oudeman, Rob Pommerel, Frank Veltmeijer.