Project Description

In het oude hart van Hilversum, aan de recent vernieuwde Kerkbrink staat sinds mensenheugenis het oude raadhuis, voorheen ‘regthuis’. Het ‘regthuis’ werd in 1881 uitgebreid tot raadhuis. Door zijwaartse vergroting in zuidelijke richting en het verschuiven van een nieuwe centrale as tussen een statige dubbele buitentrap aan de Brink en een monumentale raadzaal, is de huidige vorm ontstaan. Achter het raadhuis stond 100 jaar geleden een inmiddels gesloopte school en noordelijk van het raadhuis al sinds de 13e eeuw de kerk. Drie belangrijke gemeenschapsinstituten in het hart van Hilversum. Na de bouw van het wereldberoemde nieuwe raadhuis van Dudok in 1931 heeft het oude raadhuis zich gaandeweg ontwikkeld tot het Goois Museum. Als het ‘geheugen van stad en ommelanden’ heeft het museum de afgelopen decennia een belangrijke rol gespeeld. Door de fusie van het Goois Museum en het Dudok Centrum, is het aandachtsveld verbreed met het aanzienlijke architectonische erfgoed van Hilversum. Een nieuw instituut in het nieuwe hart: Museum Hilversum, goed bereikbaar aan de Binnenring, de Gooise Brinkgarage heeft een uitgang op de Brink, en op een kruispunt van fiets- en voetgangersroutes. Het oude raadhuis is een rijksmonument met een karakteristieke verschijningsvorm. Het torentje boven de entree bekroont het belang. Als tentoonstellingsgebouw echter is het altijd behelpen geweest; weinig gesloten muurvlakken door de vele raam- en deuropeningen. Bij het ontwerp van de uitbreiding, het idee is al in 1994 ontstaan, is met de grammatica van het bestaande gebouw een nieuw volume ontworpen van drie lagen, gedeeltelijk ondergronds, dat als een ‘aanhangwagen’ aan het hoofdgebouw is gekoppeld. Achter het naar buiten gerichte rijksmonument is het nieuwe tentoonstellingsgebouw een meer naar binnengekeerd volume met grote gesloten muurvlakken. Waar het oude raadhuis raamopeningen heeft en gesloten hoeken heeft de uitbreiding gesloten muren en open hoeken. Entree, museumwinkel, lezingenzaal, horeca en dienstvertrekken vinden hun vanzelfsprekende plek in de oudbouw, terwijl de expositieruimte van nature de gesloten muren in de uitbreiding opzoekt. In de glazen ‘voeg’ tussen de twee familiaire en solide bouwdelen bevinden zich trap, lift en brug als een glazen verbindingsmachine. Je bent even weer bijna buiten voor je het andere bouwdeel ingaat. In de expositieruimten verbindt een centrale ronde vide de drie verdiepingen. Daglicht dringt vanuit een daklantaarn door tot zelfs de geheel ondergrondse laag en zorgt voor een gevarieerd en karakteristiek lichtniveau per verdieping. De wanden van de expositieruimten op de twee bovenste lagen zijn op de hoeken van elkaar losgesneden en aan de binnenzijde weer verbonden door een naar binnen gekeerde lichtstrook. Ná het geconcentreerde kijken naar het geëxposeerde werk op de wanden even ontspannen op de hoek, je plaats bepalen ten opzichte van de buitenomgeving, om je vervolgens weer te kunnen concentreren op het nieuwe werk ‘om de hoek’! Wanden, vloeren en plafonds zijn heel licht van kleur gehouden. waardoor het daglicht in al z’n schakeringen en reflecties bijdraagt aan een levendig interieur zonder opdringerig te zijn. Het grootste karakterverschil tussen oudbouw en nieuwbouw wordt ondanks het familiaire uiterlijk veroorzaakt door het daglicht binnen. Op het niveau van de begane grond en eerste verdieping zijn in de oudbouw twee doorbraken gemaakt. Op de begane grond is de ‘dagelijkse’ hoofddoorgang naar de nieuwbouw. In de voormalige monumentale raadzaal op de eerste verdieping is een verborgen doorgang gemaakt op de as van de beide bouwdelen die bij bijzondere gelegenheden zoals bij de opening van een tentoonstelling, een ceremoniële verbinding vormt tussen oud- en nieuwbouw. Een taatsende zware en ‘verborgen’ deur, deels van metselwerk, geeft toegang tot de nieuwbouw. De oude raadzaal is daardoor op meerdere manieren te gebruiken, als lezingenzaal buiten het museum om, als bijeenkomstzaal bij openingen, ten behoeve van recepties en partijen, de horecafaciliteiten zijn ernaast, en last but not least…, dankzij de bijzondere ceremoniële eigenschappen, als trouwzaal. Het nieuwe museum kan los van deze andere functies daarnaast onbelemmerd doorfunctioneren.

Het is te hopen dat het nieuwe gemeenschapsinstituut ‘Museum Hilversum’ als sluitsteen van alle nieuwbouw aan de Kerkbrink een betekenisvolle bijdrage levert aan het vernieuwde hart. 

Architect:  prof. ir. Hans Ruijssenaars

Opdrachtgever: Gemeente Hilversum

Constructeur: Adviesbureau D3BN ciciel ingenieurs bv

Installatie adviseur: H. Majoor / Adviesbureau Meves bv

Hoofdaannemer: Bouwbedrijf Aalberts bv

Opdracht: 1999

Bouwjaar: 2003-2004

Bruto oppervlak: 1.200 m2

Bouwsom: € 1.935.830,00 / f 4.266.000,00 (excl. btw en honorarium)

Werknummer: 9906

Projectmedewerkers: Gert-Jan van Ginneke, Lyongo Julian, Piet Besteman, Jacquo Booij, Roosmarie Carree, Dastin Hilary, John Lafféber, Annemarie Schuitema.